
JOHANNES PEETSMA
TIK TOK TAMMO
JOhannes Peetsma (TIKTOK TAMMO)
Het Lauwersmeer ligt er stil en weids bij. Je voelt dat de herfst langzaam zijn intrede doet. De zon laag, glinsterend op het water. Tientallen vogels zwieren door de lucht en dansen tussen het hoge riet door. Hier, aan de rand van Groningen, lijkt de wereld even stilgezet. In deze prachtige natuur ontmoet ik vandaag Johannes Peetsma.
We zijn hier vandaag in het Lauwersmeergebied in Groningen. Je bent opgegroeid in Midwolde, een echte Groninger. Wat betekent deze plek voor jou?
Het is gewoon een gigantisch natuurgebied. Er is hier weinig, maar juist daardoor veel vogels. En ik hou van vogelen.
Hoe is dat ontstaan?
Dat begon in de coronatijd. Voor veel mensen veranderde toen van alles. Je kon niet meer doen wat normaal was, dus ging je nieuwe dingen proberen. Vogelen werd ineens populair. Er kwam een app van de Vogelbescherming om vogels te herkennen, en zelfs een soort Shazam voor vogelgeluiden. Op Schiermonnikoog nam ik mijn eerste vogelgeluid op: ik keek naar die app en dat bleek een zwartkop te zijn, toen dacht ik wow dat is vet! En toen was ik om.
Wat betekent vogelen voor je?
Zo vogelen is wel heel erg mindful. Je bent buiten, je moet luisteren, je moet kijken. Je ontdekt een vogel vaak op gehoor, dus je bent heel scherp op wat je hoort en ziet. En eerlijk gezegd vind ik het moeilijk om mindful te zijn, maar als je aan het vogelen bent, dan moet dat wel.

Veel mensen kennen jou vooral van je humor en je video's. Waar haal je die inspiratie vandaan?
Mijn inspiratie komt vooral uit het dagelijks leven. Opgegroeid in een dorp, kijk ik om me heen en vind ik het leuk om te zien hoe mensen zijn, en maak daar satire van. Soms is het een opmerking in de supermarkt, één zin kan al een trigger zijn voor een sketch. Dan pak ik mijn telefoon, maak een notitie en soms ren ik direct naar huis om het te filmen.
Dus inspiratie ligt overal?
Ja, precies. En het is vaak leuk om dingen die ik meemaak ook in een video te verwerken. Dat kan vogelen zijn. Maar het kan net zo goed een verbouwing zijn. Laatst stond ik midden in zo’n verbouwing, een aannemer ratelde allerlei vaktermen waar ik niks van snapte, en ik dacht: dit is lachen, dit is herkenbaar voor mensen en een goede sketch. Dan werk ik het thuis uit en film ik het.
En lach je dan zelf hardop om zo’n idee?
In mijn eentje eigenlijk niet. Dan ben ik vooral bezig met het shot, of dat de tekst klopt. Soms neem ik een zin vaker opnieuw op, omdat ik denk dat het beter kan. Dat perfectionisme helpt, maar ik moet mezelf ook weleens afremmen: vaak is de eerste take juist de beste en ziet niemand het verschil. Als ik samen met iemand film is dat heel anders. Dan wordt er gelachen om de bloopers en deel je het plezier.
Naast je video's ben je ook veel met muziek bezig geweest. Nu zelfs in het theater. Is dat een soort combinatie van het beste van twee werelden?
Ja, zeker. Marius en ik zijn ooit begonnen met een Disney-coverband ‘Diss Nie Okay’, later een allround band, en daarna als duo verdergegaan. Muziek heeft altijd een rol gespeeld. En toen de coronacrisis kwam, ben ik voor de grap gaan experimenteren op TikTok. 'Tammo' is daar eigenlijk uit ontstaan, gewoon door dingen uit te proberen. Omdat we die muzikale bagage en ervaring al hadden, hebben we dat meteen in Tammo verwerkt. En dat is nooit meer weggegaan. Ik zeg vaak ‘ik’ als ik over Tammo praat, maar eigenlijk is het altijd ook Marius — hij werkt keihard achter de schermen mee. Zo is het gegroeid tot wat het nu is: een mix van muziek, sketches en heel veel gekkigheid.
Je vertelde mij dat je best een zoektocht hebt gehad in opleidingen en richtingen. Waren dat hobbels of juist stappen?
Ik heb veel opleidingen gedaan om te komen tot iets wat ik echt graag wilde doen: gymnasium, VWO, Havo, SPW, Sociaal-cultureel werk, een jaar gewerkt, en daarna nog een studie geschiedenis. En toen ben ik naar de academie gegaan. Uiteindelijk voelde het niet als grote hobbels, maar wel als zoeken tot het moment dat ik bij de academie kwam en Marius ontmoette. Dat klikte direct en daaruit is alles gegroeid. Niet iedereen vindt zo’n samenwerking die zo sterk werkt. Dat is echt goud waard.
Dat moment van collectieve emotie, dat overstijgt eigenlijk alles.
We zien allerlei rollen en typetjes van jou: waar zien we de puurste Johannes in terug?
Zoals nu, in een gesprek. Dit ben ik. Maar er zit altijd een beetje Tammo in Johannes, die humor komt echt uit mezelf. Een ‘dikke bak met bieten’ is daar een goed voorbeeld van, dat zeiden Marius en ik al in de auto als we een bietenvrachtwagen tegen kwamen. Alleen: ik praat natuurlijk niet op de manier van Tammo als ik bij de dokter zit, dus in die zin is het wel echt een act. Mensen dachten lang dat Tammo echt was. Pas toen ik een video maakte, ter ere van mijn vijfjarig bestaan, waarin ik mezelf liet zien, beseften mensen: oh, hij praat gewoon Nederlands!
En hoe voelt dat, nu mensen je ook meer als Johannes zien?
Ik vind dat eigenlijk wel fijn. Het is leuk dat mensen begrijpen dat Tammo satire is. Eerder riepen mensen op straat ook heel uitbundig naar mij en deden ze Tammo na. Het is relaxed dat het onderscheid duidelijker is.
Wanneer voel jij je het meest verbonden met anderen?
Voor mij is humor wel echt de beste klik. Als je iemand ontmoet en je merkt dat je om dezelfde dingen lacht, dan weet je: dit zit goed. Dat kan heel klein zijn, gewoon een grapje op een festival en dan ben je ineens dat weekend vrienden. Dat is zoiets makkelijks, maar dat geeft meteen verbinding.
En muziek doet dat ook, maar dan op een heel andere manier. Laatst stond ik alleen bij een concert van een band die ik al sinds mijn jeugd luister. Ik kende daar niemand, maar toch voelde ik me niet alleen. Iedereen om me heen zong mee, ik had tranen in mijn ogen en dacht: dit is ónze muziek. Dat moment van collectieve emotie, dat overstijgt eigenlijk alles. Daar zit zoveel verbinding in, zonder dat je ook maar een woord met elkaar hoeft te wisselen.
Je zei eerder dat je bewust voor positiviteit kiest in je werk. Kun je dat toelichten?
Ja, tegenwoordig scheldt iedereen elkaar online uit. Ik snap dat niet. Wat een gezeik allemaal, dan denk ik doe gewoon even chil jongens. Daarom doe ik niet mee aan politieke statements of discussies. Ik wil gewoon leuke dingen maken, dingen die mensen laten lachen of even een fijn gevoel geven. Negativiteit voegt niks toe – niet voor de wereld, en ook niet voor mezelf.
Negativiteit voegt niks toe – niet voor de wereld, en ook niet voor mezelf.
Is dat altijd zo geweest?
Nee, dat heb ik wel moeten leren. Als jongere maak je natuurlijk grappen waarvan je later beseft: oei, dat ging ten koste van iemand. Zonder dat je het zo bedoelt, kun je iemand pijn doen. Humor kan heel verbindend zijn, maar het kan ook snijden. Mijn eigen incasseringsvermogen is groot – ik kan veel hebben – en ik vind ook dat je moet kunnen incasseren. Maar ik kan dat niet zomaar projecteren op anderen. Dat is wel een besef dat gekomen is met de jaren en een moeilijk gebied om rekening mee te houden. Nu probeer ik meer bewust te zijn: hoe zorg ik dat mijn humor licht en verbindend blijft, en niet dat het iemand kwetst.
Wat is voor jou het grotere doel van wat je doet?
Voor mij is dat heel simpel: mensen blij maken. Of dat nou online is of in een theaterzaal. Als je zelf positieve energie geeft, komt die ook terug. En die wisselwerking, dat is de kern van alles wat ik doe. Ik hoef niet de wereld te veranderen, maar als ik iemand even laat lachen of een stukje lucht geef, dan is mijn dag geslaagd.
Maar ik word al een beetje afgeleid van al die vogels hier, ik denk dat het tijd is om dat baardmannetje te spotten!
Ja leuk! Ik pak de kijkers erbij. Misschien wordt dit wel jouw spark bird – die ene vogel waardoor je denkt: dit is gaaf, dit wil ik ook doen.